Geschiedenis gebied

Het gebied Dedemsvaart Zuid/de Driehoek is een typisch veenkoloniaal landschap, gekenmerkt door rechte lijnen, openheid en de fabrieksaardappelteelt als kenmerkend gewas. Oorspronkelijk was het gebied een woest gebied, ontgonnen door het afgraven van het veen (ofwel de turf): vroeger een belangrijke brandstof voor Nederland. Grote sloten, de wijken genaamd, werden haaks op de Dedemsvaart aangelegd, om de gestoken turf via kleine, platte boten, naar de Dedemsvaart te vervoeren. Hier werd de turf overgeladen op grotere schepen, die de turf weer via de Vecht, de Zuiderzee, naar het Westen van Nederland vervoerden. Daar werden schelpen geladen die als retourvracht naar Dedemsvaart werden vervoerd. Hier ontstonden de typische kalkovens, waar de schelpen werden verbrand, met als producten de zogenaamde koolzure kalk en cement. De koolzure kalk werd weer gebruikt om de bodem, na het afgraven van het veen, geschikt te maken voor landbouw.

Met de plaatsing van windmolens in het gebied is het gebied nog steeds een energielandschap. Dan niet op basis van veen, maar op basis van windenergie.

De naam van windpark De Veenwieken is gebaseerd op de geschiedenis van het gebied. In het gebied zijn vele wijken en vaarten. In de streek wordt ‘wijken’ veelal uitgesproken als ‘wieken’. Wieken zijn tevens een essentieel onderdeel van de windmolens. In combinatie met de vroegere brandstofbron in dit gebied, veen dus, is gekozen voor windpark De Veenwieken.